top of page
  • Ignaas Devisch

Met het argument ‘ik voel mij daar niet goed bij’ komen we er niet


en gebroken glas raam met de reflectie van een straat
Een stabiele sociale orde kun je niet bouwen op wispelturige emoties alleen. Foto: getty

Heetgebakerd, zo kun je de gemoedstoestand van veel mensen momenteel wel beschrijven. Een greep uit de actualiteit van afgelopen week: een scheidsrechter en diens familie worden belaagd na een Europese voetbalfinale, een Youtuber wil mensen cancelen omdat ze te lichte straffen zouden krijgen, een Antwerps restaurant wordt bedreigd omdat het aan Reuzegom is gelieerd en de voorzitter van een voormalige centrumpartij heeft het over ‘werkstrafjes’.


Heetgebakerd is het hedendaagse woord voor wat vroeger cholerisch heette, een verwijzing naar de leer van de vier humores (lichaamssappen) waarmee Hippocrates probeerde te begrijpen waarom sommige mensen opvliegend zijn en anderen zwaarmoedig. Dat had dus volgens hem te maken met een overmaat van sommige lichaamssappen. Een gezond leven bestaat erin niet te veel van het ene en niet te weinig van het andere tot je te nemen. Dat lichamelijke evenwicht weerspiegelt zo het evenwicht in de kosmos waarbij de vier natuurelementen op eenzelfde manier de wereld ordenen.


Sinds Hippocrates was gezondheid vooral een zaak van balans, maar dan in de fysieke betekenis van het woord. Voor de antieke Grieken was de kosmos een vastgelegde orde die bepaalt hoe wij moeten leven. Onze wereld is grenzeloos waardoor wij balans vooral begrijpen als een emotionele kwestie en een buffer tegen de mateloosheid van onze leefwereld. Er schuilt wel een merkwaardige schizofrenie in die houding. Het maatschappelijke verlangen naar ongebreidelde vrijheidsbeleving gaat immers hand in hand met de hunker naar sturing en advies van duurbetaalde experten. Die coaches zijn overal en we doen er massaal een beroep op. Die outsourcing van alledaagse taken staat in schril contrast met de onmiskenbare hang naar zelfbeschikking en de vrijheid om je eigen emotie als uitgangspunt van de wereld te nemen. Als je vindt dat iets niet rechtvaardig is, klaag je dat aan naar eigen voorkeur, wat ook de gevolgen voor anderen zijn: schelden, cancelen, verwensen, het hoort er allemaal bij.


Niet dat ik de bestaande onvrede als onterecht afserveer, maar hoe combineer je een stabiele sociale orde met ontketende emoties? Uiteraard grotendeels zoals het nu gaat. De imperfecties van de liberale democratie wegen niet op tegen het machtsmisbruik in een dictatuur. Een sterk verankerde individuele vrijheid, kritische media en onafhankelijke rechters vormen nog altijd de beste buffer tegen collectieve ontsporingen. Toch volstaat dat niet. Er sluimert zoveel woede en onvrede dat de vulkaan regelmatig openbarst, met veel schade tot gevolg. Zomaar vragen dat iedereen zich een beetje gedraagt, werkt dan niet. Wie zou dat trouwens moeten vragen? Als zelfs mensen met verantwoordelijke functies olie op het vuur gooien, wordt het lastig. En als de geest een keer uit de fles is, krijg je die er niet gauw meer in.


Hoe moet het dan wel? Ethiek bestond er eeuwenlang in dat anderen – ideologen en gezagsdragers – ons kwamen vertellen wat we moesten doen. Die periode is (gelukkig) voorbij, maar zonder enige leidraad in ons handelen lukt het niet. Als we geen externe wet verdragen omdat we vrij willen zijn, maar tegelijk een min of meer geordende samenleving voor ogen houden, wat blijft er dan nog over?


Immanuel Kant voorzag in de 18de eeuw al tegen welke spanningsvelden mensen in een vrije samenleving aanlopen. Volgens hem is er maar één manier om de nood aan een wet te combineren met individuele vrijheid: de morele wet moet vanuit onszelf komen, zodat we in vrijheid kunnen besluiten ernaar te leven. Als we het kunnen doen, dan moeten we het ook willen doen, zo dacht Kant omdat hij vooronderstelde dat als mensen tot rationeel handelen in staat zijn, ze dat ook zullen doen. Maar het ziet er hoe langer hoe meer naar uit dat de omschrijving van Jonathan Haïdt klopt: ‘Mensen zijn intuïtieve honden met een rationele staart.’ Dat is een ietwat vreemd beeld, maar zijn punt is duidelijk: we zijn nooit zonder meer rationele wezens. Dat hoeft ook niet, maar een stabiele sociale orde kun je niet bouwen op wispelturige emoties alleen. Het argument ‘ik voel mij daar niet goed bij’ wordt te veel opgevoerd om gewoon je zin te doen. Onze zogeheten buikgevoelens zijn tot mooie dingen in staat. Maar dan zullen we wel onszelf een leidraad moeten bieden om het mooie de bovenhand te laten halen op het lelijke.


Misschien kan de betreurde dichter Stijn De Paepe ons helpen: ‘Als je een forum hebt, moet je nooit naar beneden schoppen, alleen naar boven.’ Als we spreken over herstel van vertrouwen in elkaar en in de instellingen – dé opgave voor de komende jaren – dan kan dat een eerste opstapje zijn.


27 weergaven
bottom of page