top of page
  • simon devisch

Een realistisch plan is niet realistisch


belga

Telkens als politici het woord realisme gebruiken, kun je ervan op aan dat alles ongeveer bij hetzelfde zal blijven. Omdat de communicatieverantwoordelijken op kabinetten weten dat we dit trucje stilaan doorhebben, plaatsen ze er dan maar een adjectief bij. Zo heet het Vlaamse klimaatplan ‘realistisch ambitieus’ en zal het er uiteraard op toezien dat alles ­betaalbaar blijft. Dat zijn niet alleen twee dooddoeners in één zin, het verraadt vooral dat de kracht van ­verandering dezer dagen vooral te zoeken is in het bestendigen van de status quo.


Paradoxaal genoeg gebruikt men ­realisme het vaakst in de context van noodzakelijke veranderingsprocessen. Dan gebruikt men het als een stopwoord om elke discussie plat te leggen. Wie kan immers tegen realisme zijn? Bovendien hou je daarmee de schijn op dat je zelf niet door ideologie wordt aangevuurd, terwijl je alle andere posities meteen kunt afserveren als ideologisch, want niet-realistisch. Dat is een retorisch handigheidje voor het televisiedebat op zondagochtend, maar er is meer aan de hand.


Zoals vaker gebeurt op plaatsen die pretenderen geen last te hebben van ideologie, is realisme stilaan dé ideologische geste par excellence ­geworden. De realist wil ons wijsmaken dat er finaal maar één weg overblijft – de zijne – en dat alle anderen ondertussen aan hun idealisme ten onder zullen gaan. Zo consolideer je het bestaande regime en gebeurt er weinig tot niets. Terwijl het ondertussen voor iedereen duidelijk zou moeten zijn dat het niet realistisch is te denken dat we er met het huidige realisme zullen raken om aan klimaatdreigingen of andere problemen met een planetaire dimensie – pandemieën, migratiestromen en ­sociale ongelijkheid – het hoofd te bieden.


Echte realisten weten dat het beter is om goede praktijken met elkaar uit te wisselen, dan elk met een eigen plannetje richting Glasgow te vliegen

Realisme naar voren schuiven om bestaande problemen op te lossen, is daarom een verkeerde strategie, ­zeker als het op klimaat aankomt. De klimaatproblemen zijn door datzelfde ‘realisme’ gegenereerd en als bij wonder zou de probleemveroorzaker nu plots de probleemoplosser worden. Het valt te vrezen dat één keer wrijven over Aladins wonderlamp niet zal volstaan om die miraculeuze metamorfose tot stand te brengen.


Zeker, er is in Vlaanderen eindelijk een plan met concrete maatregelen, maar dat België zich hier in ­gespreide orde opstelt, is stuitend. Waarom niet één klimaatplan? Afgelopen weekend pleitte diezelfde Vlaamse regering bovendien voor een herverdeling van de klimaat­inspanningen binnen Europa. Daarmee onderstreept ze waarvoor haar zelfverklaarde realisme staat: alleen als het echt niet anders kan, sturen we de zaken lichtjes bij. Bij zo’n houding past eerder de term conservatisme: vasthouden aan het ­bestaande en zo weinig mogelijk ­veranderen.


Wie vertrouwd is met de historiek van het begrip realisme ziet de ironie hiervan in. In de negentiende eeuw ontstond bij een deel van de kunstwereld de behoefte om de maatschappelijke werkelijkheid te verbeelden zoals ze is, in onderscheid met het classicisme dat alleen geïdealiseerde taferelen schilderde of de romantiek die aan haar hoogdravende weltschmerz ten onder dreigde te gaan. Natuurlijk had het opkomende marxisme hierin een ­bepalende ­invloed: de zoektocht naar een niet-geïdealiseerde werkelijkheid was een manier om het ­grauwe ­alledaagse ­leven van de ­arbeiders in beeld te brengen. Later begon dat marxisme sterker door te wegen en ging realisme stilaan over in de ideologische dwingelandij van het sociaal­realisme waarin elk ander tafereel in de kunst dan dat van de werkende ­arbeider in de ban werd gedaan. Maar aanvankelijk was realisme een manier om radicaal anders naar de wereld te kijken.


Natuurlijk hervorm je geen economie in enkele dagen tijd en is betaalbaarheid de norm. Maar de noodzaak om ecologie, ­economie en sociale herverdeling beter op elkaar af te stemmen, ­kondigt zich al decennia aan. De vele creatieve ondernemers die dit snel doorhadden en van meet af aan de ­bedreigingen als een opportuniteit hebben omarmd, lopen ondertussen mijlenver voor op dat zogenoemd ­realistische beleid. Ze veroveren de wereld met nieuwe ideeën rond ­beperkt grondstoffen­gebruik, andere productiesystemen, recyclage van producten en het idee dat je iets moet vervaardigen in functie van ­later hergebruik.


In die hoek situeert zich vandaag het echte realisme, dat wel voeling heeft gehouden met de wereld om zich heen en bijgevolg doorhad dat wij moesten veranderen om jobs te creëren die niet ten koste gaan van de planeet. Deze realisten werken doorgaans naarstig samen in net­werken en richten learning communities op, omdat ze inzien dat de uitdagingen complex zijn, overal ter wereld op ­elkaar gelijken en dat het daarom ­beter is de goede praktijken met ­elkaar uit te wisselen en op ­elkaar af te stemmen, dan om elk met een eigen plannetje richting Glasgow te vliegen en daarna de beloftes ­alweer voor zich uit te schuiven tot de volgende klimaattop.


48 weergaven
bottom of page