top of page

IEDEREEN SLACHTOFFER: DOOR DE WARMSTE WEEK DREIGEN MENSEN DIE ECHT ZIEK ZIJN IN DE KOU TE BLIJVEN STAAN

De Warmste Week zal dit najaar aandacht vragen “voor iedereen die een fysieke en mentale last draagt door onzichtbaar ziek te zijn. Want wat je niet ziet, wordt vaak niet begrepen. En dat maakt een ziekte soms extra zwaar.”



Dat laatste is ongetwijfeld waar. Daar aandacht aan besteden is uiteraard rechtmatig. Niet alle ziektes zijn zichtbaar en verborgen lijden verdient minstens evenveel aandacht als ziektes of klachten met zichtbare symptomen.



Toch schort er iets aan die insteek. Vooreerst loop je met zo’n campagne het risico iedereen ziek te verklaren. Als het gaat om wat niet zichtbaar is, hoe baken je dan af welke onzichtbaarheden gelden als onderdeel van ziektes en welke niet? Het begrip ‘onzichtbare ziekte’ is zo breed dat het van alles kan betekenen. Voor je het weet, gaat het alleen nog om allerlei soorten van verborgen leed waaraan zowat iedereen kan lijden, als je het maar vaag genoeg formuleert.



Dat risico is een eeuw geleden beschreven in het befaamde toneelstuk van Jules Romain, Knock, of de triomf van de geneeskunde. In dat satirische verhaal schetst Romain hoe een verkoper van dassen zich laat omscholen tot dokter omdat daar meer geld mee te verdienen valt. Knock vestigt zich in het Franse dorp Saint-Maurice en gaat van deur tot deur tot hij alle bewoners heeft ontmoet. Hij doet dat niet zozeer om mensen te genezen, maar vooral om alle mensen die denken dat ze gezond zijn, ongerust te maken.



Gezonde mensen, aldus Knock, zijn immers “de zieken die nog niet weten dat ze ziek zijn”. Zodra hij iedereen ongerust heeft gemaakt, rinkelt de kassa want de dorpelingen melden zich massaal bij zijn praktijk. Iedereen is immers ziek, zelfs al hebben ze geen zichtbare symptomen.



Echte onzichtbaarheden

De Warmste Week kan zich maar beter bewust zijn van dat risico en niet de plaats van dokter Knock innemen. Als alle niet-zichtbare symptomen de campagne binnensluipen, bestaat het gevaar dat het over alles zal gaan – en dus uiteindelijk nergens meer over. Dat zou kwalijk zijn, want dan zouden vooral de echte slachtoffers – de mensen die echt ziek zijn, zeg maar – weleens in de kou kunnen staan.



Om het met een voorbeeld op scherp te stellen: als we iedereen depressief verklaren die zich een beetje down voelt, verschuift onze aandacht van de echte ziekte naar de vage symptomen. Dan banaliseren we het zware leed van mensen met een echte depressie en doen we hen tekort.



Iedereen slachtoffer?

Dat brengt me bij de tweede val waarin De Warmste Week al enkele jaren dreigt te lopen: de veralgemening van het slachtofferschap. Zowat een decennium geleden observeerde auteur Ian Buruma een maatschappelijke trend die zich sindsdien alleen maar heeft doorgezet: de wereldwijde opwaardering van het slachtofferschap.



Uiteraard is het een goede zaak dat we meer aandacht hebben voor slachtoffers van pakweg grensoverschrijdend gedrag, racisme of discriminatie. Gedeeld slachtofferschap, aldus Buruma, kan mensen een identiteit geven en verenigend of troostend werken.

Die evolutie heeft ook een keerzijde. Zodra een geval van grensoverschrijdend gedrag in de media verschijnt, vormt zich een groep van mensen die zich verenigen vanuit het gevoel gekwetst of niet erkend te zijn. Terwijl ze niet noodzakelijk hetzelfde hebben doorgemaakt als de persoon over wie het gaat.



De moeilijkheid ontstaat dus zodra we ons allemaal als slachtoffer positioneren, terwijl we dat niet zijn. Dan ontwikkelt zich onderhuids een eigenaardige dynamiek. Door het medeslachtofferschap te claimen, verschaffen we onszelf een eigenhandig toegekende morele bonus : “Kijk eens wat een goed mens ik ben, want ik leef mee.” Daarnaast plaatsen we onszelf op de oordelende positie: als ‘slachtoffer’ eisen we dat er zware straffen komen en nemen we geen genoegen met pakweg een genuanceerd arrest over grensoverschrijdend gedrag. Tot slot komt het gedeelde slachtofferschap met de prijs van een leugen: we kunnen wel ‘je suis Charlie’ zeggen of de vlag van Oekraïne in ons Facebookprofiel plaatsen, maar dat maakt van ons nog geen slachtoffer. In tegenstelling tot de redactie­leden van Charlie Hebdo zijn wij niet vermoord. Idem wat de oorlog in Oekraïne betreft: ons medeleven is oprecht, maar de echte slachtoffers zijn de Oekraïners zelf.



Evenwichtsoefening

Anders gezegd, je in het leed van een ander verplaatsen is goed, maar uiteindelijk is het die andere die het lijden moeten doormaken. Het is van groot belang dat onderscheid te blijven maken, zeker in het geval van een actie voor het goede doel.



De Warmste Week was wat dat betreft altijd al een moeilijke evenwichtsoefening. Mensen leveren inspanningen voor anderen en dat mag gezien worden. Maar doel en middel blijven belangrijk: we mogen het niet (alleen) voor onszelf doen. Die grens bewaken is niet eenvoudig en de keuze van het thema is daarin mee bepalend. Terwijl de eerste jaren werd gekozen voor duidelijk afgebakende doelgroepen of thema’s – malaria, drinkbaar water, dementie – lijkt De Warmste Week steeds meer mensen te verenigen rond een thema waarin we ons allemaal herkennen. Denk aan recente campagnes zoals ‘kunnen zijn wie je bent’ of ‘eenzaamheid’, het onderwerp van de vorige jaargang. Die week stond toen bol van de getuigenissen van mensen die zich “soms ook eenzaam hebben gevoeld”. Ik wil niemands leed minimaliseren, maar op die manier wordt het een beetje leeg.



Vanuit utilitaristisch oogpunt zou je dat nog kunnen verdedigen: het maakt niet uit of mensen het nu menen of niet, als er maar geld in het laatje komt. Hoe meer we onszelf in het thema herkennen, hoe groter de kans dat we in actie komen. Maar tegen welke prijs? Als het finaal alleen nog om onszelf draait, waarom moeten we dan nog die week organiseren? Als tijdens De Warmste Week iedereen evenveel aandacht nodig heeft als de mensen van de beoogde doelgroep, ondergraaft het initiatief zijn geloofwaardigheid. Die week is er immers gekomen om één keer per jaar níét met onszelf bezig te zijn.

Thursday, 22 May 2025

Column De Standaard

bottom of page