In de film Smoking/no smoking van Alain Resnais uit 1993 wordt hetzelfde scenario dubbel afgespeeld. De eerste keer steekt Celia, het hoofdpersonage, een sigaret op, de tweede keer besluit ze dat niet te doen. Zo krijgt de kijker twee keer dezelfde film te zien, al trekt de initiële keuze al dan niet te roken een andere ketting aan reacties op gang.
De verkiezingsuitslag heeft onverwacht iets weg van dit script. Terwijl tot aan verkiezingsdag zowat iedereen dacht dat Vlaams Belang de grootste partij zou worden (Smoking), blijft na zondagavond de sigaret alsnog in het pakje (No smoking). De andere partijen doen er euforisch over, wat wijst op grote opluchting. Voorzitter Tom Van Grieken moest dan weer een hele maandagochtend nadenken om op de middag te zeggen dat hij zeer tevreden is, waarmee hij ons vooral van het tegendeel overtuigt. Punt blijft dat die extreemrechtse partij hoge cijfers haalt en dat extreemrechtse partijen er ook in andere Europese landen op vooruitgaan. Euforie is daarom ongepast. Het heeft niet veel gescheeld of ons land was volkomen onbestuurbaar geworden. Hoe klein ook het verschil tussen winst of verlies, de gevolgen zijn groot. Op het Vlaamse niveau mist extreemrechts het initiatiefrecht, waardoor het veel minder druk kan zetten op de regeringsvorming. Als gevolg daarvan zal het op het federale vlak geen directe impact hebben op het politieke gebeuren. Hoewel Vlaams Belang er als partij op vooruitgaat, blijft de beoogde overwinning uit en wordt het weer vijf jaar peentjes zweten.
Het resultaat van de verkiezingen zet de deur open voor een centrumrechtse regering in Vlaanderen en mogelijk een doorslag daarvan op het federale niveau, met de MR en Les Engagés langs Franstalige kant. Dat zullen de gesprekken uitwijzen. Tijdens de (overkill aan) televisiedebatten voorafgaand aan de verkiezingen hebben de kopstukken er alles aan gedaan om de andere partijen in een slecht daglicht te stellen. Sinds zondagavond geldt een andere logica. Nu moeten ze daadwerkelijk in conclaaf met elkaar om tot samenwerking over te gaan. De vraag luidt vooral welke coalitie aan partijen erin zal slagen ons land opnieuw op de rails te krijgen.
Misschien moeten de partijen een voorbeeld nemen aan de ruimte waaraan het woord conclaaf zijn betekenis verleent: de plaats waar de kardinalen zich afzonderen om een nieuwe paus te kiezen. Het Latijnse ‘conclave’ verwijst naar een ruimte die kan worden afgesloten. Toen Jean-Luc Dehaene premier was, zonderde hij zijn troepen af in Hertoginnedal en ‘gijzelde’ er zijn gesprekspartners tot er spreekwoordelijke witte rook door de schoorsteen kwam. Doordat iedereen noodgedwongen in dezelfde ruimte bleef, was er ruimte voor toegeeflijkheid en dus compromis. Vandaag werkt zoiets niet meer. Politici hebben vooraf een lijst aan breekpunten die ze luid voor de camera hebben verkondigd en waarop ze zonder gezichtsverlies niet meer kunnen terugkomen. Bovendien doorbreken smartphones de fysieke afzondering zodat de mensen aan de onderhandelingstafel altijd in contact blijven met de buitenwereld en hun manoeuvreerruimte beperkt blijft. En dan heb je nog Georges-Louis Bouchez die sneller van idee verandert dan het weer kan omslaan in België.
De komende regeringen – op de verschillende niveaus van ons land – staan voor enorme uitdagingen. De ontspoorde federale begroting is daarbij een sleutelfactor. De kas is bijna leeg en als er geen sanering komt, glijden we af naar een noodsituatie zoals Griekenland die heeft gekend in 2010. Ook dat had iets weg van een Smoking/no smoking, omdat het geschonden vertrouwen in de Griekse staatsobligaties op korte tijd leidde tot een Europese staatsschuldencrisis. Zo ver komt het hopelijk niet, al is de situatie ernstig. Zonder geld kunnen we de vele problemen niet de baas en wordt België een museum van gemiste kansen. Alleen grote hervormingen kunnen het tij keren. Die bleven tot nu toe achterwege omdat – alle goede ideeën ten spijt – er altijd wel ergens zand in de talloze wieltjes van het raderwerk België raakt. Benieuwd of de komende regering de olie in de machinerie zal krijgen en grote molochsystemen zoals de gezondheidszorg de juiste kant kan opsturen.
Hoewel er op het Vlaamse niveau meer geld in het laadje zit, zijn de uitdagingen daar niet kleiner. Zorg, onderwijs, klimaat, mobiliteit ... op alle sleuteldepartementen loopt een en ander grondig fout. Het motief dat wat we zelf doen, beter moeten doen, zoals Gaston Geens het ooit verwoordde, is vandaag eerder een opgave dan een vaststelling. Het al te simpele Vlaams-nationalistisch riedeltje dat de afschaffing van België alle problemen zou oplossen, hoor je zelfs niet meer uit de mond van Bart De Wever. Zou de wijsheid dan toch met de jaren komen?
dinsdag 11 juni 2024
Column De Standaard