top of page

Ouders helpen Reuzegommers niet door hen te beschermen tegen een straf


De identiteit van de Reuzegommers te grabbel gooien is geen goeie optie, alles blijven minimaliseren evenmin.

Het is des mensen om je kind te beschermen, maar zonder schuldinzicht en eventuele straf kan er voor de Reuzegommers geen loutering zijn.


In een van zijn tragedies ensceneert Euripides de mythe van Medea en vertelt er hoe de prinses samen met Jason het zogeheten Gulden Vlies steelt en daarna naar Korinthe vlucht. Na enkele ­gelukkige jaren samen wordt Jason verliefd op een andere vrouw en verstoot hij Medea. Zij neemt op gruwelijke wijze wraak door hun twee ­zonen te vermoorden.


Die buitensporige daad is zowat het omgekeerde van wat de meeste ouders van de Reuzegommers ­hebben gedaan sinds de gruwelijke dood van Sanda Dia. Om hun professionele toekomst gaaf te houden, schermen ze hun zonen af van de buitenwereld en hopen ze dat ze hun straf ontlopen. In onderscheid met Medea lijkt dat een redelijke daad. Zijn immers niet alle ­ouders geneigd hun kinderen te beschermen? ­Natuurlijk hebben de ouders van de Reuze­gommers daar de middelen toe, maar zouden niet veel ­ouders hetzelfde doen als ze over die middelen beschikten?


Tegelijk knelt daar het schoentje. Door een belangrijke gewetensvraag bij hun zonen te blokkeren, leggen de ­ouders mogelijk een hypotheek op hun verdere leven en hun ontwikkeling als mens. Ons strafrecht gaat niet toevallig uit van een belangrijke morele vooronderstelling: straffen dienen om recht te laten geschieden voor slachtoffers, én om daders tot inkeer te laten komen over hun ­daden. Zo krijgen ze de kans om vanuit die loutering door te groeien tot ­betere mensen dan ze nu zijn.


Voor zover we dat als buitenstaander kunnen waarnemen, is een aantal ouders daar nog altijd niet van doordrongen. Ze doen er alles aan om hun zonen een straf te laten ontlopen en hun carrièrekansen veilig te stellen. Uiteraard begrijpt elke ouder de reflex om het leven van je kind niet verwoest te zien nog voor het goed en wel begonnen is.


Maar helpen ze de Reuzegommers wel door hen te beschermen tegen een straf? Wat ze Sanda hebben aangedaan, getuigt van verregaande normvervaging: de bewuste opbouw van een pervers universum, hun ­bijnamen en de praktijken die ze ontwikkelden, alles wijst op een ­misselijkmakende systematiek die herinnert aan de bekende woorden van Polonius uit Shakespeares ­Hamlet: ‘Though this be madness, yet there is method in’t.’


Sanda’s dood als een jammerlijk ongeluk omschrijven, is weigeren de systematiek achter de waanzin te zien. Bij Sanda liep het fataal af, maar ook vele andere jongeren zijn na hun passage in die studentenclub misschien getekend voor het ­leven. Dit is een bladzijde die je niet ­zomaar kunt omslaan. Dat kunnen al zeker de nabestaanden van Sanda niet. Maar wat met de daders en hun omgeving? Is het niet redelijk te ­veronderstellen dat ook zij daar niet ­zomaar zullen in slagen?


De Reuzegommers uit de rechtbank houden is niet gelukt, maar hoe moet het nu verder? Op dit punt kan Medea ons iets leren. Door de wet in eigen handen te nemen, verstoort ze de reguliere orde op de meest drastische manier. In onze ogen is haar wraak onredelijk, maar ze gaat er pas toe over nadat ze ­heeft ingeschat dat haar zaak verloren was. Dat is bij Reuzegom nog niet het ­geval. Een aantal ouders zet alles op alles in de rechtszaal omdat ze ­vrezen dat er een of andere Medea klaarstaat om wraak te nemen op hun ­zonen. We kunnen die wraak vermijden door net wel recht te laten geschieden. Hun identiteit voor een volkstribunaal te grabbel gooien, is geen goeie optie, alles blijven minimaliseren evenmin. De ouders ­moeten beseffen dat de verdere ­levens van hun zonen vooral verwoest zullen zijn als er geen ­berouw op gang komt. Zo niet zal het transgressieve ­karakter van hun ­daden blijven doorwoekeren in hun ­bestaan of dat van ­anderen en zal de een of andere vorm van wraak of zelfdestructie om de hoek blijven loeren.


Het is een van de moeilijkste en pijnlijkste zaken die er zijn: beseffen dat je kind iets verschrikkelijks heeft gedaan dat zich ‘voorbij goed en kwaad’ situeert. Om daarmee in het reine te komen, is die realiteit ­erkennen nochtans de enige weg, ­zodat loutering zijn weg kan vinden. Zonder een almachtige God die al onze zonden kan vergeven, zijn ­geweld en vergiffenis moeilijker dan voorheen omdat we het nu onder ­elkaar moeten uitklaren. In een seculiere samenleving is een rechtsgang daarom een noodzakelijk instrument van bemiddeling tussen dader en slachtoffer. Niet dat het per definitie tot vergiffenis komt, maar de erkenning van het leed laat minstens toe de ergste pijn langzaam om te buigen tot een draagbare herinnering. Uiteraard geldt dat in de eerste plaats voor de slachtoffers en de ­nabestaanden, maar ook voor de ­daders. Geen enkele succesvolle ­carrière biedt voldoende balsem voor een getormenteerde ziel.


29 weergaven
bottom of page