top of page
  • Ignaas Devisch

Incompetentiecompensatiecompetentie


Boris Johnson. © zuma press

In de legendarische IQ-kwis met Herman Van Molle moesten deelnemers zoeken naar een twintig­letterwoord, maar wat dacht u van ‘Inkompetenzkompensationskompetenz’– de competentie om onze incompetentie te compenseren? De Duitse filosoof Odo Marquard wou met dat begrip wijzen op wat filosofie als discipline al dan niet vermag. Toch zal ­iedereen wel situaties kennen uit het dagelijkse leven waarbij mensen hun incompetentie proberen te verdoezelen: de vergadervoorzitter die bij elk heikel punt de dooddoener ‘we ­nemen het mee naar de volgende vergadering’ declameert; de wetenschapper die op een congres geen antwoord weet op een kritische ­interventie van een collega en repliceert met ‘dank voor de interessante vraag, ik zal erover nadenken’.


Toen Liz Truss haar onvermijdelijke ontslag aankondigde, kwam incompetentiecompensatiecompetentie meteen in mij op. Mogelijk was ze niet minder competent dan haar voorganger, maar ­beschikte ze te weinig over de competentie om haar ­incompetentie te compenseren. Een oordeel over haar en Boris Johnson is natuurlijk een kwestie van smaak, maar sowieso was Johnson in ruime mate behept met flair en retoriek die hem tot op zekere hoogte toelieten zijn leugens of onkunde te maskeren. Truss daarentegen nam enkele desastreuze beslissingen die ze nooit echt uitgelegd kreeg, waarna ze ­verkrampte en haar premierschap tot een internationale farce zag ­vervellen. Dan maar opnieuw Boris Johnson aan het roer zetten? Dat was een slechte zaak geweest, zo denken ze er blijkbaar ook over bij de Britse ­Tory’s. Nu de ene crisis de andere ­opvolgt, hebben ze visie en authentiek leiderschap nodig om hen doorheen deze woelige periode te loodsen. Geen idee of Rishi Sunak ­soelaas kan bieden, maar eerder dan het oude mimespel nogmaals op te voeren, moeten er sowieso nieuwe persoonlijkheden de politieke bühne betreden die vooral geen competentie vertonen om leugens te maskeren, dingen te verbloemen of van de problemen weg te lopen.


Hoewel ik hem nooit van persoonlijke politieke ambities zal verdenken, verwoordt dichter Peter Verhelst wel prima waarom deze tijd andere ideeën nodig heeft. Zo legde hij in zijn dankwoord bij het ontvangen van de ‘Arkprijs voor het vrije woord’ zijn toehoorders de volgende vraag voor: ‘Hoe komt het dat we niet doen wat we zouden kunnen doen om te voorkomen dat er gebeurt wat we niet willen?’


Die vraag zou boven het bureau van elke minister moeten hangen, zodat de excellenties er ­dagelijks mee worden geconfronteerd. Dat is nu niet het ­geval, hoewel de vraag pertinent is: hoe komt het dat we blind blijven voor de ­negatieve keerzijde van ons handelen?

Wie gratuit de mantra blijft herhalen dat technologie alle ­klimaatproblemen zal oplossen, doet aan zelfverblinding

Ook Stefan Hertmans legt ons in zijn nieuwste boek Verschuivingendie vraag voor. Hij refereert daarbij aan de negatieve dialectiek van Theodor Adorno. Adorno schreef kort na de Tweede Wereldoorlog samen met Max Horkheimer Dialectiek van de verlichting om te begrijpen hoe in Europa een positief vooruitgangsproject als de verlichting er niet in geslaagd was de opkomst van het ­nationaalsocialisme tegen te gaan. Elke vooruitgang, schrijven ze, is vervlochten in een dubbelzijdig proces met positieve én negatieve aspecten. Vooral als we het negatieve niet willen zien en vooruitgang als een louter positief proces ­begrijpen, krijgt de destructie vrij spel. Vandaar dat Adorno er ­onze aandacht voor vraagt en op onze verblinding wijst. Denk gerust aan het vooruitgangsoptimisme in deze tijd. Bij elke kritische noot over wat we ­elkaar of deze planeet aandoen, wijzen de aanhangers op de ­wereldwijde welvaartstoename van na de verlichting. Een dooddoener, want natuurlijk hebben de afgelopen twee eeuwen comfort en welvaart gebracht voor een groot deel van de wereldbevolking, maar die winst kwam met een zware prijs voor andere ­delen van de mensheid en voor deze planeet. Daar aandacht voor ­vragen valt best te combineren met de blik vooruit. Wie gratuit de mantra blijft herhalen dat technologie alle ­klimaatproblemen zal oplossen, doet aan zelfverblinding. We zullen technologie nodig hebben om ons uit de ­problemen te halen, maar we mogen de ­schaduwzijden van enkele eeuwen vooruitgang niet onder de mat vegen.


We moeten daarom af van praatjes die vooral ons onvermogen verdoezelen om de problemen echt aan te pakken. We hebben nood aan leiders met meer incompetentiecompensatie­incompetentie, mensen met het vastberaden onvermogen nog langer weg te lopen van wat we door onze eigen ­incompetentie op deze planeet aan verwoestingen hebben tot stand gebracht waardoor we – met de woorden van Verhelst – niet hebben ­gedaan wat we hadden kunnen doen om te voor­komen dat er gebeurt wat we niet willen. Als de politiek aan de toekomst wil werken, moet ze de ­komende jaren volledig in het teken staan van een betere omgang met die vraag. Die opgave geldt trouwens voor ieder van ons.


Terug


20 weergaven
bottom of page