top of page
  • Ignaas Devisch

Een supermarkt vol goede doelen


Na de Damiaancampagne ‘Onverschilligheid doodt’ is er nu ‘Onverschilligheid is een ziekte’ van Artsen zonder Grenzen. Beide agressieve slagzinnen proberen zich een directe weg te banen naar het Über-Ich door ons iets te verwijten dat niet eens is aangetoond: dat we het leed in de wereld de rug zouden toekeren.

Er bestaan geen objectiveerbare argumenten om de gemakzuchtige conclusie te staven dat we onverschilliger zijn geworden. Het omgekeerde is het geval: we worden steeds gevoeliger. Om maar enkele voorbeelden te geven: wie lag een halve eeuw geleden wakker van dierenrechten? Wie bekommerde zich om het lot van een boom langs de autosnelweg? Wie had oog voor vrouwen of mannen die het slachtoffer waren van grensoverschrijdend gedrag of kindermisbruik? Welk land had ­enkele decennia geleden instellingen die nagingen of mensen met een ­migratieachtergrond werden gediscrimineerd op de woningmarkt? Wie discussieerde over het racisme van Zwarte Piet?

Kortom, onze morele actieradius – de bandbreedte van zaken die onze morele bekommernis wegdragen – is de afgelopen decennia flink toegenomen. Daardoor staat ons empathisch vermogen sterk onder druk. Ellende van overal ter wereld bereikt ons sneller en steeds meer. Zelfs als het zich ver weg afspeelt. Honderd jaar geleden waren er ook overstromingen in Bangladesh, maar we wisten het pas een halfjaar later en er waren geen beelden van. Als er vandaag een walvis in ademnood komt voor de kust van de Atlantische Oceaan, dan wordt het gelivestreamd op CNN en kun je op het balkje onder aan het beeld zien hoe de donaties om het dier te redden binnenstromen.

Alles went, zeker verwijten

We moeten ons minder zorgen maken om een tekort aan empathie dan om de politieke afbouw van de solidariteit

In theorie verdient de hele wereld onze empathie, maar dat besef werkt eerder verlammend. Met elke overschrijving voor een goed doel zijn er tien andere die je niet hebt gesteund. Hoe keuzes te maken bij al het leed? Hoe te selecteren? Je kunt rationeel calculeren hoe je je giften het best verdeelt, maar het is zeer discutabel of je dat nog als empathie kunt omschrijven. Empathie werkt vooral op basis van een (goed) gevoel bij wat of aan wie je geeft.

Dat is meteen een van de hoofd­redenen waarom de Warmste Week ook nu weer zo succesvol zal zijn. Velen zijn bereid zich in te zetten en geld in te zamelen omdat het goed aanvoelt een goed mens te zijn. Dat is geen bewijs dat we het uiteindelijk alleen voor onszelf doen en allemaal heimelijke egoïsten zijn. Wel dat empathie goed gedijt in een relationele context waarbij anderen erkenning geven aan onze morele keuzes.

Helaas werkt empathie selectief en kent ze grenzen. Beeld je even in dat we elke maand een Warmste Week organiseren. Dat zou zeer te rechtvaardigen zijn. Boven op het scala aan geselecteerde goede doelen zijn er talloze andere mensen of organisaties die onze steun verdienen. Toch zal dat niet gebeuren, omdat we weten dat het niet zo werkt. We kunnen niet aanhoudend empathisch zijn tegenover alles en iedereen. Na de Warmste Week vallen we terug op onze doordeweekse modus en zijn we doorgaans selectief in schenken aan en steunen van anderen. Dat moet zeer frustrerend zijn voor iedereen in nood en voor alle organisaties die hard steun nodig hebben: hoe de aandacht van de donateur vastgrijpen in die zee van mogelijkheden?

Blijkbaar is de wanhoop bij sommigen zo groot dat ze ons empathisch vermogen op een ronduit agressieve wijze aanspreken door ons rechtstreeks verantwoordelijk te stellen voor de mogelijke dood van anderen. Door ons een slecht gevoel aan te praten, hopen ze dat we meteen een domiciliëring opmaken om ervan af te zijn. Los van de ondoelmatigheid hiervan – alles went, zeker verwijten – missen die campagnes een cruciaal inzicht: vooral het overbevragen van empathie leidt tot meer onverschilligheid. Voorlopig blijven we doneren, maar doe er nog enkele campagnes bij en het loopt geheid fout. Empathie kan eveneens omslaan in verontwaardiging en woede, want wie geeft, verwacht onwillekeurig een vorm van dankbaarheid terug. Wanneer die uitblijft, staat de morele barometer snel op onweer.

Dat we vandaag zo sterk empathie benadrukken, is een – begrijpelijke maar – paradoxale verkramping vanuit de wanhoop dat we er niet in ­slagen al dat leed het hoofd te bieden. We komen kortom empathische handen tekort. De wereld van goede doelen lijkt namelijk stilaan op een echte supermarkt: wat neem je mee in je winkelwagen en wat niet? Empathie biedt niet echt een uitweg.

Daarom moeten we dringend een ander pad bewandelen. Eerder dan de gewetensdruk op te voeren bij donateurs moeten we uitzoeken hoeveel leed ons empathisch vermogen aankan en welke oplossingen we vinden om al die andere zaken het hoofd te bieden die buiten ons empathisch gezichtsveld vallen. Empathie werkt wanneer je ze af en toe inzet, maar niet aanhoudend of bij structurele noden. Daarvoor zijn mechanismen nodig die wel in staat zijn om structureel problemen te lijf te gaan zonder dat we er telkens persoonlijk bij betrokken zijn, zoals solidariteit.

Omdat solidariteit de directe band tussen schenker en ontvanger ontkoppelt, biedt het op een onpersoonlijke manier steun of zorg voor mensen die het nodig hebben zonder telkens ons individuele geweten te moeten aanspreken. Stel je voor dat we aan elke transactie in de sociale zekerheid een goed gevoel moeten overhouden. Dat zou onwerkbaar zijn. Solidariteit is abstracter en kouder dan empathie en daarom hebben we het zo hard nodig in deze wereld. In die zin moeten we ons minder zorgen maken om een tekort aan empathie, maar eerder om de politieke afbouw van de solidariteit.

Politici staan dezer dagen weer aan te schuiven in Wachtebeke om hun cheques te overhandigen. Goed voor hun imago, maar ze zouden beter een solidair beleid ontwikkelen, zodat we minder goede doelen overhouden. Maatschappelijke problemen moet je niet afwimpelen op de kap van individuen door mee te heulen met de onzinnige gedachte dat solidariteit niet meer van deze tijd zou zijn. Dan kom je in een vicieuze cirkel terecht: nog meer problemen en mensen belanden op de goededoelenmarkt en zij moeten allemaal steeds luider om onze aandacht schreeuwen. Daar zullen alleen de verkopers van oordopjes wel bij varen.


74 weergaven
bottom of page